De tram, altijd een beetje reizen

In 1884 richtte de regering de Nationale Maatschappij voor Buurtspoorwegen (NMVB) op. De buurtspoorwegen verbonden verlaten streken beter met de spoorwegen om de landelijke economie en de bevoorrading naar de steden op te krikken.

In het Land van Rode was Merelbeke de pionier. Op 17 maart 1885 formuleerde de Merelbeekse gemeenteraad al de wens om een tramlijn van Gent via Ledeberg naar Merelbeke te verkrijgen. Het zou nog tot 1898 duren vooraleer de lijn naar Gent operationeel werd. De Merelbekenaars konden voortaan met een elektrische tram naar Gent-Zuid sporen, het commerciële hart van de stad. De tramlijn naar Gent was nog maar het begin. In 1888 uitte de gemeente Merelbeke haar wens om de bestaande plannen door te trekken naar Zottegem en dit via Gavere en Velzeke. De lijn naar Zottegem kwam er uiteindelijk maar zou een ander tracé volgen dan eerst gepland: langs Lemberge, Bottelare, Moortsele, Oosterzele, Sint-Lievens-Houtem en Herzele.

Het Land van Rode was een dichtbevolkte regio. Ook dat speelde mee in de keuze voor de aanleg van tramlijnen in de streek. Dankzij de buurtspoorwegen waren de gemeentes Bottelare, Lemberge, Munte, Schelderode, Gijzenzele, Vlierzele, Bavegem, Sint-Lievens-Houtem en Letterhoutem verbonden met de steden en grotere spoorwegstations.In Sint-Lievens-Houtem kruisten twee tramlijnen ter hoogte van het huidige Bruisbeke: de tramlijn Oordegem-Zottegem en Gent-Geraardsbergen. Dat Sint-Lievens-Houtem meerdere tramlijnen kende was geen toeval. De jaarmarkten en bedevaarten waren een belangrijke reden om de buurtspoorwegen in die gemeente sterk uit te bouwen.

Ook in Melle reed sinds 1912 een tram al werd hij niet uitgebaat door de NMVB. Het was een stadstram van de Tramways Electrique de Gand (TEG) met buurtspoorwegallures. De talrijke Melse bloemisterijen waren vragende partij voor een vlotte verbinding met de stad, naast het spoorwegstation dat al sinds 1837 bestond.

De tram deed het aantal pendelaars stijgen. Dorpen die voorheen niet ontsloten werden door de spoorwegen, kregen via de tram een weg naar de stad of de industriële centra in het zuiden van het Land.