Roger en zijn vader Gérard De Bruycker waren beiden poeliers. Roger reed met de zwaarbeladen poeliersfiets.
Roger kocht in 1966 zijn eerste lichte bestelwagen. Het werk verliep vlotter en gemakkelijker. Hij reed naar de markten van Gent en Deinze om zijn kleinvee te koop aan te bieden.
Roger en Gérard waren gespecialiseerd in duiven. Een streekgebonden gezegde is naar hen vernoemd: "t Zijn d’r veur Bruyckere”. Dit betekent: "Als reisduiven het een paar vluchten lieten afweten, komen ze onherroepelijk in de manden van Roger terechtkwamen".
Roger De Bruyker overleed 1992. Zijn zoon Marnix is nu poelier in bijberoep.